Ons boek Leiderschap van de programmamanager vult de lacune in de programma-managementliteratuur die specifiek gaat over de rol én het leiderschap van de programma-manager. We lichten veertien thema’s toe die in dat leiderschap cruciaal zijn. Het derde thema gaat over het belang van het hebben van en werken vanuit een visie. Goede leiders worden vaak geroemd om hun inspirerende visie of hun vaardigheid om die met de betrokkenen te ontwikkelen. Het werken aan en vanuit een visie is daarmee onderdeel van het leiderschap van de programmamanager. Visie als brandstof voor de betrokkenen.
Zin creëren voor het programma en de betrokkenen
Het bestaansrecht van een programma schuilt in de doelen die ermee nagestreefd worden. Maar hoe goed de doelen ook geformuleerd zijn, zonder een gemeenschappelijke visie is het vaak moeilijk de energie te ontwikkelen die nodig is om ze ook echt voor elkaar te krijgen. Een programma verwordt dan vaak tot een collectie inspanningen en niet samenhangende doelen waarin maar weinig leven zit, en tot een onsamenhangende verzameling mensen die allemaal bezig zijn met stukjes van het programma.
Een succesvol programma is gebaseerd op een gemeenschappelijke, gedeelde visie. Een goede visie heeft een richtinggevend en verbindend karakter. Ze beschrijft waar je met het programma heen wilt en waarom dat een goede richting is. Als dit aansluit op de richting die de betrokkenen zelf ook op willen, dan zorgt de visie ervoor dat ze verbonden raken aan het programma en de wil delen om dit tot een succes te maken. De visie helpt de doelen te bepalen en de inspanningen aan die doelen te verbinden. Op die manier vormt ze de basis voor een samenhangend en goed ingericht programma. Daarnaast heeft een visie een legitimerend karakter. In de visie ligt de raison d’être van het programma besloten.
De functies van een visie:
- betekenis geven: een visie geeft een betekenisvol kader
- richting geven: een visie formuleert het kompas voor het doen en laten, geeft richting aan de ambitie
- verbinden: een visie inspireert en integreert en zorgt voor verbinding
- energie geven: een visie zorgt voor een bron van energie, doordat ze positieve gevoelens als plezier, uitdaging en avontuur weerspiegelt
- beoordelen: een visie reikt criteria aan op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt.
Het woord visie heeft veel raakvlakken met woorden als ambitie, destinatie, stip op de horizon, bedoeling, waartoe en why. Werken vanuit een gezamenlijke visie komt dicht bij de steeds luider klinkende wens om te werken vanuit ‘de bedoeling’.
Juist omdat programma’s ook een systeemwereld hebben, valt het lang niet altijd mee om voortdurend vanuit die bedoeling te werken. Het ontwikkelen van een visie is met name aan de orde in het oriëntatie- en opbouwstadium van een programma. Dan moet het fundament gelegd worden voor het programma. Het is belangrijk om de visie gedurende de loop van het programma levend te houden. Dat maakt dat het om regelmatig onderhoud vraagt, ook in het uitvoeringsstadium. Hoewel de behoefte aan een visie vaak groot is, is het ontwikkelen ervan niet zo eenvoudig.
Toch is het belangrijk de verlangens en visies aan te boren van de mensen die het programma met elkaar moeten gaan dragen. Anders bestaat de kans dat het een lege huls wordt. Het ontwikkelen van een visie is niet alleen een rationeel-analytisch proces. Het is de kunst om te komen tot een echt creatieproces, waarbij ontwikkelingen en toekomstbeelden verbonden worden op een dieper niveau van waarden, idealen en ambities. “Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal”, zei Einstein niet voor niets. Het ontwikkelen van een visie gebeurt dus over het algemeen niet in een eenmalige bijeenkomst. Vaak is het een proces van een aantal werksessies, met tussenproducten, om uiteindelijk te komen tot een definitieve vorm. Een vorm die kan bestaan uit een verhaal, tekeningen, een film en dergelijke.
De betekenissen van een visie zijn onlosmakelijk verbonden met het leiderschap van de programmamanager. Richten, verbinden, legitimeren en committeren zijn kerntaken van de programmamanager. Je moet geloof hebben in je programma; de overtuiging om te werken aan de goede zaak. Dat gaat vaak voorbij aan rationele argumenten en overtuigingen. Verbind je bij voorkeur op hartniveau aan het programma zodat je werkt vanuit de diepste overtuiging dat het programma ertoe doet voor de betrokkenen en voor jezelf. Anders lukt het vaak niet. Het programma moet zinvol en betekenisvol zijn. Als programmamanager ga je voorop en ben je de personificatie van dat geloof. Gedreven vanuit de bedoeling geef je elke dag je beste energie aan het programma. Want als jij dat niet doet, waarom zouden anderen het dan wel doen?
Als programmamanager heb je een belangrijke rol in het ontwikkelen en levend houden van de visie. Je vergroot je effectiviteit als leider als je zelf ook echt verbonden bent met de programmavisie. Dat vraagt dat je op zoek gaat naar waar je echt van bent, naar je diepere drijfveren, idealen, verlangens, overtuigingen en waarden. Je hoeft niet zelf dé visie op het programma te hebben, maar het helpt enorm als je jezelf daar wel mee kunt identificeren en voelt dat je daarvoor wilt staan en gaan. In hoeverre is de visie van het programma verbonden aan jouw drijfveren en idealen?
Geef een reactie